India, jaren zestig. Een jonge Engelsman gaat op de vlucht omdat hij
helemaal geen zin heeft in de terugreis naar huis. Binnenkort begint
daar... > Lire la suite
India, jaren zestig. Een jonge Engelsman gaat op de vlucht omdat hij
helemaal geen zin heeft in de terugreis naar huis. Binnenkort begint
daar het nieuwe schooljaar en hij gruwt van de strenge kostschool en
de vreselijke porridge die je er elke dag als ontbijt op je bord
krijgt. De jongeman ziet maar één oplossing: hij kruipt ongemerkt in
de auto van chauffeur Songtsen, die enkele weken vrij heeft gekregen.
Zo komt de knaap uiteindelijk terecht in een Tibetaans klooster. Hij
sluit er vriendschap met Chogyam en Namgyal en maakt kennis met een
hem totaal onbekende levensfilosofie. De onverzadigbare
nieuwsgierigheid van 'Porridge' brengt hem ook in de buurt van Lhahl,
een jong meisje en de reïncarnatie van een Tibetaanse mystica uit de
XIVde eeuw. Zij heeft de hoede over de 'Azuren Boeddha', een beeld
dat in de loop der tijden maar door enkele mensen kon worden
bewonderd. Even later is aan de poorten van het klooster ook het
geraas van de wereld hoorbaar, want in 1962 wordt Tibet door China
bezet. Dertien jaar later gaat Gifford weer op zoek naar Lhahl, op
wie hij hopeloos verliefd is.