Constantinopel, 532, een paar maanden na de Nikaopstand. Keizerin
Theodora is zo knap en intelligent dat ze door iedereen wordt gehaat.
Wanneer... > Lire la suite
Constantinopel, 532, een paar maanden na de Nikaopstand. Keizerin
Theodora is zo knap en intelligent dat ze door iedereen wordt gehaat.
Wanneer ze tijdens een diplomatieke reis naar het buitenlands
poorloos verdwijnt, vreest Maxentius, hoofd van haar geheime dienst -
en ooit haar minnaar - het ergste.